Home

overdrachtsnelheden

Overdrachtsnelheden verwijzen naar de snelheid waarmee data wordt overgedragen tussen twee systemen of componenten in een digitaal netwerk of een opslagomgeving. Ze geven aan hoeveel data in een bepaalde tijd kan worden verplaatst en worden meestal uitgedrukt in bits per seconde (bps) of bytes per seconde (B/s) bij opslag. In de praktijk wordt vaak onderscheid gemaakt tussen de maximale capaciteit van een verbinding (bandbreedte) en de werkelijke snelheid die wordt gehaald (throughput).

Bandbreedte is de theoretische maximale overdracht die mogelijk is onder ideale omstandigheden, terwijl throughput de feitelijke

Eenheden en aannames verschillen per context. In netwerken wordt vaak gesproken in bits per seconde (bps), kilobits

Factoren die overdrachtsnelheden beïnvloeden zijn onder meer afstand, signaalinterferentie, netwerkcongestie, protocol- en encryptieoverhead, foutkans en caching.

overdracht
is,
die
wordt
beïnvloed
door
latentie,
overhead
van
protocollen,
fouten
en
congestie.
Throughput
kan
dus
aanzienlijk
lager
uitvallen
dan
de
bandbreedte,
vooral
bij
lange
afstanden,
veel
verkeer
of
beveiligingsmaatregelen.
per
seconde
(kbps),
megabits
per
seconde
(Mbps)
en
gigabits
per
seconde
(Gbps).
Voor
opslag
blijft
men
doorgaans
kijken
naar
bytes
per
seconde
(B/s,
MB/s,
GB/s).
In
praktijk
leveren
thuisnetwerken
vaak
honderden
Mbps,
Wi‑Fi-verbindingen
variëren
sterk
door
factoren
als
afstand
en
ruis.
Opslagcomponenten
variëren
van
tientallen
MB/s
bij
traditionele
harde
schijven
tot
honderden
MB/s
of
meer
bij
SSD’s,
terwijl
moderne
NVMe-SSD’s
hogere
snelheden
kunnen
bereiken
maar
vaak
door
random
access
en
overhead
lager
uitvallen
dan
het
theoretische
maksimum.
Meetmethoden
variëren
van
netwerkmetingen
met
tools
als
iPerf
of
speedtest
tot
opslagbenchmarks
zoals
CrystalDiskMark.
Begrip
van
overdrachtsnelheden
helpt
bij
het
kiezen
van
geschikte
netwerkinfrastructuur
en
opslagoplossingen
en
bij
het
evalueren
van
systeemefficiëntie.