opblaast
Opblaast is een vorm die vaak wordt gezien in relatie tot het Nederlandse werkwoord opblazen, dat letterlijk betekent inflaten of opblazen. In standaard Nederlands is het infinitief opblazen en is de tegenwoordige tijd derde persoon enkelvoud meestal blaast op, niet opblaast. Het voorvoegsel op- is scheidbaar; in zinnen zet men het meestal na het object, bijvoorbeeld hij blaast de ballon op. De verleden tijd is blies op en het voltooid deelwoord is opgeblazen. De bijvoeglijke vorm is opgeblazen, wat betekent “ingevlakt” of “verhuld” in figuurlijke zin.
Etymologisch komt het uit op- (op, omhoog) en blazen (blazen/ballonneren). De samenstelling wordt veel gebruikt voor
Gebruik en nuance: het werkwoord is veelvoorkomend in alledaagse spraak en in technische contexten waar inflatie
Spelling en standaardgebruik: opblaast als enkelvoudige vorm wordt zelden als correct beschouwd in formeel of standardistisch