Home

onnodigheid

Onnodigheid is een Nederlands zelfstandig naamwoord dat verwijst naar de eigenschap of staat van iets dat onnodig, overbodig of nutteloos is. Het woord wordt gebruikt om handelingen, elementen of factoren aan te duiden die geen bijdrage leveren aan doel of functie en dus kunnen worden weggelaten zonder verlies van waarde. In het dagelijks taalgebruik kan onnodigheid bijvoorbeeld slaan op extra werk, kosten of decoratie die geen toegevoegde waarde hebben.

Etymologie en verwantschappen: onnodigheid is afgeleid van on-, een prefix dat ontkenning aangeeft, en nodig, met

Gebruik en toepassingsvelden: de term komt voor in filosofie, taal- en rhetoriek, design, techniek en management.

Zie ook: overbodigheid, redundantie, noodzakelijkheid. In elk gebruik fungeert onnodigheid als een beoordelingspunt voor efficiëntie, doelgerichtheid

als
achtervoeging
-heid
of
-igheid
om
een
abstract
noun
te
vormen.
Binnen
de
Nederlandse
woordenschat
heeft
men
ook
termen
als
onnodig
en
overbodig,
die
soortgelijke
ideeën
uitdrukken
maar
net
een
iets
ander
register
of
nuance
hebben.
Overtroffenheid
of
redundantie
geven
in
sommige
contexten
een
vergelijkbare
betekenis,
maar
onnodigheid
benadrukt
vooral
het
gebrek
aan
noodzakelijkheid.
Ze
wordt
gebruikt
om
te
wijzen
op
onnodige
complicaties,
stappen
of
decoratie
die
de
efficiëntie,
helderheid
of
kosten-batenverhouding
verslechteren.
Voorbeeldzinnen:
een
onnodige
stap
in
een
proces
verhoogt
de
doorlooptijd;
een
ontwerper
streeft
naar
eenvoud
door
onnodige
ornamenten
te
verwijderen.
In
tekstuele
en
communicatieve
contexten
kan
onnodigheid
leiden
tot
beknopte,
duidelijke
formulering.
en
kosteneffectiviteit.