Home

onmogelijkheid

Onmogelijkheid is een Nederlands zelfstandig naamwoord dat de toestand of eigenschap beschrijft waarbij iets onmogelijk is. Het geeft aan dat iets niet kan gebeuren of geen waarheid kan bevatten. In alledaagse taal, maar ook in vakgebieden zoals filosofie, wiskunde en wetgeving, wordt het begrip gebruikt om begrensingen of uitsluitingen aan te duiden. Het tegenovergestelde is mogelijkheid.

Etymologie en vorm: het woord komt van on- als ontkenning en mogelijk, met het suffix -heid dat

Typen onmogelijkheid: logische onmogelijkheid verwijst naar proposities die in geen enkele mogelijke wereld waar kunnen zijn,

Gebruik en betekenis: in de filosofie en logica wordt onderscheid gemaakt tussen logische en fysieke onmogelijkheid

Zie ook: mogelijk, mogelijkheid, modaliteit, logica, filosofie.

een
toestand
of
eigenschap
aanduidt.
De
stam
is
dezelfde
als
bij
onmogelijk,
en
het
woord
heeft
de
meervoudsvorm
onmogelijkheden.
bijvoorbeeld
een
cirkel
met
hoeken
of
een
vierkant
in
de
vorm
van
een
cirkel.
Fysieke
onmogelijkheid
betreft
schending
of
onverenigbaarheid
met
de
natuurwetten,
zoals
een
perpetual
motion
machine.
Praktische
onmogelijkheid
ontstaat
door
beperkte
middelen,
tijd
of
omstandigheden,
bijvoorbeeld
het
bouwen
van
een
complex
apparaat
binnen
enkele
uren.
en
wordt
gesproken
over
modaliteit,
kans
en
waarheid.
In
het
dagelijks
taalgebruik
geeft
men
aan
dat
iets
onhaalbaar
of
niet
uitvoerbaar
is.
Het
begrip
helpt
bij
het
verduidelijken
van
grenzen,
verantwoording
en
argumentatieve
reductie.