Home

nevenschikkends

Nevenschikkends is de term die in de Nederlandse grammatica wordt gebruikt voor nevenschikkende voegwoorden. Deze voegwoorden verbinden twee onderdelen van gelijke rang, zoals twee hoofdzinnen, twee zinsdelen of twee woorden die dezelfde syntactische functie hebben. Het hoofdkenmerk is dat ze geen afhankelijkheidsrelatie creëren tussen de delen; elk deel behoudt zijn eigen grammaticale status.

De belangrijkste nevenschikkende voegwoorden zijn en, of, maar, want en dus. Ze worden gebruikt om adding, alternatieven,

Er zijn ook minder vaak gebruikte vormen zoals doch, die in formelere of literaire teksten kan voorkomen

Punctuatie speelt een rol bij het gebruik: bij het koppelen van twee hoofdzinnen met een nevenschikkend voegwoord

tegenstelling
of
gevolg
aan
te
geven.
Voorbeelden:
Ik
ga
naar
de
markt
en
hij
blijft
thuis;
Wil
je
thee
of
koffie?
Het
regende,
maar
we
gingen
toch
naar
buiten;
Hij
heeft
geen
tijd,
dus
hij
komt
later;
Ze
werkte
hard,
want
ze
wilde
slagen.
en
soms
als
archaïsch
beschouwd
wordt.
Nevenschikkende
voegwoorden
kunnen
zowel
woorden
als
zinsdelen
of
hele
zinnen
met
elkaar
verbinden,
zolang
de
verbonden
onderdelen
maar
van
gelijke
soort
zijn.
staat
vaak
een
komma
voor
het
voegwoord,
bijvoorbeeld
in
"Het
regende,
maar
we
gingen
naar
buiten."
In
eenvoudiger
of
korte
zinnen
kan
de
komma
ontbreken.
Nevenschikkende
voegwoorden
staan
tegenover
onderschikkende
voegwoorden,
die
wel
een
ondergeschikte
relatie
tussen
delen
aangeven
en
een
andere
woordvolgorde
vereisen.