melkkoppen

Melkkoppen is de Nederlandse naam voor een groep paddenstoelen die tot de familie Russulaceae behoort en voornamelijk voorkomt in de genera Lactarius en Lactifluus. Ze worden gekenmerkt door het afscheiden van een melkachtige latex wanneer de hoed of lamellen worden ingedrukt. De latex kan wit, roomkleurig of geelachtig zijn en varieert per soort. Melkkoppen vormen mycorrhiza met bomen, wat betekent dat ze samenwerken met boomwortels in bosomgevingen.

Fysieke kenmerken variëren per soort, maar veel melkkoppen hebben een vrij vlezige hoed die van klokvormig tot plat kan zijn en diepte- of dekkingsverschillen vertoont. De lamellen zitten decurrent langs de steel en geven bij inknijpen meteen latex af. De hoedkleur loopt uiteen van geel en oranje tot bruin, met soms een donkere plek in het midden. Ruiken en smaken verschillen eveneens aanzienlijk en kunnen bij sommige soorten sterk zijn.

Habitat en seizoen: melkkoppen groeien vooral in gematigde bossen en vormen vaak mycorrhiza met dennen, sparren en loofbomen. In Europa en Noord-Amerika komen ze veel voor; het fruit-seizoen loopt meestal van late zomer tot herfst, afhankelijk van het weer en het boomtype.

Edibiliteit en veiligheid: de eetbaarheid varieert per soort. Sommige melkkoppen worden gewaardeerd in de keuken, vooral wanneer ze vers en goed bereid zijn. Andere soorten kunnen bitter zijn of maagklachten veroorzaken. Door de vorming van latex en variaties in kleur, blijft identificatie lastig; bij twijfel wordt het consumeren van onbekende melkkoppen afgeraden en advies van een deskundige paddenstoelengids gevolgd.