laagsysteem

Laagsysteem is een systeem dat is opgebouwd uit afzonderlijke lagen. Elke laag vervult een specifieke verantwoordelijkheid en levert diensten aan de bovenliggende laag, terwijl zij afhankelijk is van de lagen eronder. Door de functionaliteit te verdelen in afgebakende lagen ontstaat een duidelijke scheiding van zorgen en een stabiele interface tussen lagen.

Kenmerkend voor een laagsysteem is encapsulering en modulaire opbouw. Lagen hangen meestal alleen af van de naastliggende laag, wat veranderingen in één laag beperkt tot invloed op de aangrenzende lagen. Dit vergemakkelijkt onderhoud, vervanging en uitbreiding, en stimuleert hergebruik van componenten. De communicatie tussen lagen verloopt via afgesproken interfaces of contracten, waardoor de implementatie van een laag kan wijzigen zonder de rest van het systeem te raken.

Toepassingen en voorbeelden komen voor in verschillende vakgebieden. In informatica en software-architectuur is een veelvoorkomend voorbeeld een multi‑laag-architectuur met bijvoorbeeld een presentatie-, logica- en datalaag. In netwerken vormt de protocolstapel een laaggedefinieerde structuur waarin protocollen op opeenvolgende niveaus samenwerken. In de geowetenschappen verwijst laagsysteem naar de aanwezigheid van natuurlijke lagen zoals sediment- en gesteentelagen die verschillen in samenstelling en eigenschappen.

Voordelen van een laagsysteem zijn onder meer verbeterde modulariteit, eenvoudiger onderhoud en betere schaalbaarheid. Nadelen kunnen zijn: extra overhead door inter-lagen communicatie, mogelijk suboptimale prestaties als lagen te strikt zijn afgekaderd, en de complexiteit van het ontwerp bij te veel lagen.

Kortom, een laagsysteem ordent complexiteit door functionaliteit in lagen te verdelen, waardoor modulariteit en uitwisselbaarheid mogelijk worden.