kruipen
Kruipen is een Nederlands werkwoord met de basale betekenis van zich over een oppervlak bewegen, meestal door op de handen en knieën of op de buik te kruipen. Het woord wordt zowel letterlijk gebruikt, bijvoorbeeld bij menselijk leren kruipen, als figuurlijk, voor langzame of onhandige voortgang. In de plantkunde verwijst kruipen naar groei nabij het oppervlak van de grond, waarbij planten zich horizontaal langs de bodem verspreiden in tegenstelling tot verticaal klimmen.
Conjugatie en gebruiksregels: in de tegenwoordige tijd is het ik kruip, jij kruipt, hij kruipt, wij kruipen,
Veelvoorkomende uitsluitingsgevallen: kruipen is niet hetzelfde als slijen of glijden; die bewegingen worden in het Nederlands