koopkrachtpariteiten

Koopkrachtpariteit, ook wel koopkrachtpariteiten genoemd, is een theoretisch wisselkoersniveau waarbij identieke goederen en diensten in twee landen tegen gelijke kosten kunnen worden gekocht. Het geeft de relatieve prijsniveaus weer en maakt het mogelijk om welvaart en productie tussen landen te vergelijken zonder vertekening door marktwisselingen of valutakoersen. In de praktijk wordt het vooral gebruikt om bruto binnenlands product (bbp) en levensstandaard op een vergelijkbare maatlat te plaatsen.

Berekening gebeurt door prijsvergelijkingen van een internationaal basket goederen en diensten die in verschillende landen wordt verzameld. Voor elk land wordt het prijsniveau van de basket vastgesteld en wordt de PPP-ratio berekend als de prijs van de basket in land A gedeeld door de prijs van dezelfde basket in land B. PPP’s worden vaak gebaseerd op geometrische gemiddelden van prijsverhoudingen en bestaan in absolute en relatieve vormen: absolute PPP als gelijke prijzen voor de korf, en relatieve PPP als gelijke procentuele prijsveranderingen over tijd.

Toepassingen: PPP‑conversies worden gebruikt bij internationale vergelijkingen van welvaart en economische omvang, bijvoorbeeld door de Wereldbank en het IMF via het International Comparison Program (ICP). Ze worden toegepast bij het vergelijken van bbp per hoofd, armoede-indicatoren en inkomensindelingen over landen, en bij langetermijntrends in levensstandaard.

Beperkingen: de berekening hangt af van de gekozen korf, de beschikbaarheid en kwaliteit van prijsdata, en van aannames over productkwaliteit en substitutie. Niet-tradable diensten en regionale prijsverschillen kunnen PPP-schattingen beïnvloeden. PPP is daarom een geraamde maatstaf en geen exacte maat voor welzijn of koopkracht op korte termijn.

Organisaties en geschiedenis: het ICP-project van de Wereldbank is de belangrijkste internationale poging tot vergelijkende prijsniveaus, met herhaalde operaties in verschillende jaartallen. PPP’s worden wereldwijd gebruikt door beleidsmakers en onderzoekers bij analyses van welvaart en economische ontwikkeling.