kleurgebalanceerd

Kleurgebalanceerd beschrijft de toestand waarin een beeld de kleuren zodanig weergeeft dat de neutrale kleuren, met name wit, zo neutraal mogelijk blijven onder de toegepaste verlichting. Het doel is een realistische, natuurlijke weergave van kleuren zoals die in de scène aanwezig zijn. In de praktijk verwijst de term vaak naar correctie van kleurcasts die ontstaan door wisselende lichtbronnen en materialen.

In fotografie en videografie is witbalans het belangrijkste instrument om kleurgebalanceerd beeld te bereiken. Witbalans regelt de verhouding tussen de rode, groene en blauwe kanalen om de kleurtemperatuur van het licht te compenseren. De kleurtemperatuur wordt uitgedrukt in Kelvin. Veelgebruikte presets zijn Daglicht, Bewolkt, Tungsten en Fluorescent. Handmatige witbalans kan worden ingesteld met behulp van een grijskaart of witte kaart, zodat neutraal wit ontstaat.

Met RAW-bestanden kan witbalans na de opname non-destructief worden aangepast, terwijl bij JPEG de correctie in de bewerking of tijdens de opmaak gebakken blijft. Daarnaast speelt kleurbeheer een rol: consistente kleurweergave op schermen vereist calibratie van monitoren en het gebruik van ICC-profielen. Het kiezen van een geschikte kleurruimte (bijv. sRGB, Adobe RGB, of DCI-P3) helpt bij een consistente reproductie.

Andere overwegingen zijn omgevingslicht en schermomstandigheden: een ongecalibreerde monitor of een ruwe verlichting kan de waargenomen balans verstoren. Problemen zoals een blauwtint bij schaduw, een oranje tint onder tungsten licht, of een groene cast bij bepaalde fluorescente verlichting kunnen optreden wanneer witbalans niet correct is.

Kleurgebalanceerd gaat vaak samen met kleurcorrectie in post-productie; bij realistische doelstelling spreekt men van neutralisatie, terwijl kleurgrading een artistieke look kan bewerkstelligen. Toepassingen bevinden zich in stille fotografie, cinema, televisie en productfotografie.