Home

kernbindingen

Kernbindingen zijn de krachten die atoomkernen bij elkaar houden. In kernfysica verwijst de term naar de sterke kernkracht, die tussen de nucleonen (protonen en neutronen) werkt en op korte afstand bijna onvoorstelbaar sterk is. Deze kracht moet de grote elektrische repulsie tussen protonen overwinnen, zodat de kern als geheel bestaan blijft. De binding is kort bereik en wordt vaak uitgedrukt als een bindingsenergie, die het nadeel compenseert dat optreedt wanneer losse nucleonen samen een kern vormen.

De aanwezigheid van kernbindingen kan worden uitgedrukt in de bindingsenergie B: wanneer de kern A met Z

De bindingenergie per nucleon varieert met het massagetal A. Voor lichte kernen stijgt B/A tot ongeveer 7–8

Factoren die binding bepalen zijn onder meer de coulombkrachten tussen protonen, de korte reikwijdte van de

protonen
en
N
neutrons
ontstaat
uit
losse
nucleonen,
is
er
een
massa-defect
Δm,
en
B
=
Δm
c^2.
Doordat
de
massa
van
een
kern
kleiner
is
dan
de
som
van
de
afzonderlijke
nucleonen,
levert
deBinding
energie
op
tot
de
stabiliteit
van
de
kern.
De
eenheid
van
bindingenergie
is
meestal
MeV
per
nucleon.
MeV,
voor
kerneren
met
ongeveer
A
≈
56
is
B/A
maximaal
(ongeveer
8
MeV/nucleon),
en
bij
zwaardere
kernen
daalt
B/A
weer.
Dit
verklaart
waarom
fusiereacties
tussen
lichte
kernen
energie
kunnen
opleveren
en
waarom
splijting
van
zware
kernen
eveneens
energie
kan
vrijmaken:
zowel
fusie
als
fissie
leiden
tot
een
stof
met
hogere
binding
per
nucleon.
sterke
kernkracht,
plukker-
en
spingroepeffecten,
en
shell-
en
magische
getallen
die
extra
stabiliteit
verlenen.
Modelle
zoals
de
semi-empirische
massformule
(Weizsäcker)
geven
benaderingen
voor
de
bindingen
in
verschillende
isotopen.