intervalschalen
Intervalschalen zijn meetschalen waarbij de verschillen tussen meetwaarden zinvol en van gelijke grootte zijn. Het gaat om een geordende schaal waar de afstand tussen aangrenzende waarden constant is, waardoor optellen en aftrekken van waarden betekenis heeft. Een kenmerk van intervalschalen is dat het nulpunt arbitair is: nul betekent niet de afwezigheid van de grootheid. Daardoor zijn verhoudingen en procentuele verhoudingen niet zinvols; bijvoorbeeld 20°C is niet twee keer zo warm als 10°C.
Daarnaast blijven lineaire transformaties van intervalgegevens zinvol: als x een meting is op een intervalskala, dan
Voorbeelden van intervalschalen zijn de temperatuurmetingen in graden Celsius of Fahrenheit, en de lengte van historische
Samenvattend kenmerken intervalschalen een gelijke, meetbare afstand tussen waarden en een arbitrair nulpunt, waardoor verschillen interpreteerbaar