aftrekken

Aftrekken is een Nederlands werkwoord met verschillende, verwante betekenissen die uit het idee van wegtrekken of losmaken voortkomen. In de meest algemene betekenis gaat het om iets van een andere positie te verwijderen of los te trekken. In wiskunde en financiën wordt het vooral gebruikt om aan te geven dat een hoeveelheid van een groter geheel wordt weggehaald of afgetrokken.

Etymologisch komt aftrekken van het voorvoegsel af- (weg) en trekken (trekken). Deze combinatie verwijstnaar het letterlijk ‘‘wegtrekken’’ of verwijderen van een deel uit een geheel. Door de tijd heen heeft het woord diverse specifieke toepassingen gekregen in onder meer rekenen, belasting en administratie.

Wiskundig wordt aftrekken letterlijk gebruikt om een getal van een ander getal af te halen: bijvoorbeeld, dertig aftrekken tien is twintig. In financiële context verwijst het naar het weghalen van een bedrag uit een bruto bedrag, zoals loonbelasting die van het loon wordt afgetrokken. Internationaal en in formele teksten kan het synoniem zijn met deductie of afname.

In informeel Nederlands heeft aftrekken ook een slangbetekenis: het wordt gebruikt als vulgair verwijzing naar masturbatie. Deze betekenis is regionaal en afhankelijk van de context en het publiek; in formele of educatieve teksten wordt meestal voor neutralere termen gekozen, zoals masturberen of zelfbevrediging. Het woord kan als grof ervaren worden en kan ongepast zijn in bepaalde situaties.

---