twintig

Twintig is het Nederlandse telwoord voor het getal 20. Het wordt gebruikt als kardinaal getal bij tellingen, leeftijdsaanduidingen, tijden en data, en vormt de basis van de decimale nummering in het Nederlands. In samengestelde getallen boven twintig fungeert het als fundament waaruit verdere tientallen en eenheden worden opgebouwd.

Etymologie: het woord is verwant aan het Engelse twenty en het Duitse zwanzig, en stamt uit Proto-Germaanse wortels waarin een basis voor twee en het suffix -tig voorkomen. De moderne vorm is een gevolg van klankveranderingen en spellingontwikkelingen in de Noordwest-Europese talen.

Spelling en uitspraak: geschreven als twintig. De klemtoon ligt op de eerste syllabe. De klinker die wordt voorgesteld door de lettercombinatie ij klinkt als een lange i in het Nederlands, en de eindklank van de g varieert tussen dialecten (veelal een keelklank).

Gebruik: twintig is de kern van het decimale systeem in het dagelijks gebruik. Voor cijfers boven twintig geldt de gangbare Nederlandse regel voor samengestelde getallen: tientallen en eenheden worden volgens de standaardpatronen gevormd, waarbij variaties bestaan tussen formele en informele stijl en tussen dialecten. In oudere of formeler taalgebruik komen vormen voor zoals eenentwintig of tweeëntwintig voor 21 en 22, maar in modern omgangstaal kunnen patronen variëren.

Zie ook: Nederlandse getallen, Getallen in het Nederlands, Tientallen en eenheden in het Nederlands.