interfacefuncties

Interfacefuncties zijn de functies of methoden die een interface aan clients blootlegt. Een interface definieert een contract: het specificeert welke operaties beschikbaar zijn, welke parameters ze verwachten en welk resultaat ze leveren, zonder te bepalen hoe deze operaties worden geïmplementeerd.

In programmeertalen met expliciete interfaces, zoals Java, C#, en TypeScript, vormen interface-definities de basis voor polymorfisme en loskoppeling. Ook bij API's en hardware-interfaces verwijzen interfacefuncties naar de bewerkingen die een component aan anderen aanbiedt.

Interfacefuncties zijn meestal abstract: ze bevatten geen implementatie. Klassen of componenten die de interface implementeren, leveren de concrete code. Interfaces dienen als contract tussen producent en consument van een dienst en maken vervanging en testen makkelijker door afhankelijkheden te abstraheren.

Een voorbeeld is een interface genaamd Drawable, met functies zoals draw en resize(width, height). Een klasse Cirkel implementeert Drawable en biedt concrete implementaties voor draw en resize. Cliëntcode kan Cirkel objecten gebruiken via het Drawable-type zonder kennis van Cirkel zelf.

Een goed ontwerp volgt de Interface Segregation Principle: houd interfaces klein en gericht (fat interfaces vermijden). Houd rekening met versiebeheer, compatibiliteit en uitbreidbaarheid; sommige talen ondersteunen standaard- of virtuele methoden voor evolutie van interfaces. Gebruik duidelijke namen en documenteer het contract zodat wijzigingen compatibel blijven met bestaande afnemers.

Samenvattend definiëren interfacefuncties wat er kan worden gedaan met een component, zonder te beschrijven hoe het wordt gedaan. Ze bevorderen losgekoppelde systemen, vervangbaarheid en heldere verantwoordelijkheden.