Home

hydrofiel

Hydrofiel, ook wel hydrofiel genoemd, verwijst naar stoffen die een sterke affiniteit met water hebben, water kunnen oplossen of opnemen, of waterstofbruggen met water kunnen vormen. De term is afgeleid van het Griekse hydro ('water') en philos ('liefde').

De hydrofiele aard ontstaat door polaire groepen en lading die waterstofbruggen met water mogelijk maken, of

Hoe het wordt gemeten: de contacthoek van een waterdruppel op een oppervlak; een lagere contacthoek duidt op

Voorbeelden en toepassingen: natuurlijke materialen zoals katoen en cellulosevezels; synthetische hydrofiele polymeren die worden gebruikt in

In de biologie komen hydrofiele aminozuren voor aan de buitenkant van eiwitten; celoppervlakken bevatten hydrofiele residuen

ionische
interacties.
Hydrofiele
materialen
omvatten
cellulose,
eiwitten
en
veel
polymeren
met
-OH-,
-COOH-
of
-NH2-groepen.
Niet
alle
zijn
oplosbaar;
sommige
nemen
water
op
en
zwellen.
hogere
hydrofiele
interactie.
Wateropname
en
de
zwellingsgraad
geven
informatie
over
polymeren.
Oppervlaksenergie
en
een
hydratielaag
spelen
ook
een
rol.
hydrogels,
contactlenzen,
geneesmiddelenafgifte,
wondverbanden
en
weefselconstructies;
in
textiel
en
hygiëneproducten;
coatings
om
biocompatibiliteit
te
verbeteren.
Onderscheid
met
hydrofobe
materialen
zoals
siliconen
en
PTFE.
die
met
water
interageren;
hydrofiele
omgevingen
ondersteunen
waterige
cellulaire
processen.
Hydrofiel
kan
worden
afgestemd
door
de
pH
of
de
ionsterkte,
wat
invloed
heeft
op
lading
en
oplosbaarheid.