geneesbaar

Geneesbaar is een term uit de geneeskunde die verwijst naar een ziekte of aandoening die volledig kan verdwijnen door een passende behandeling. Bij genezen is er doorgaans geen actieve ziekte meer en keert de gezondheid terug naar de toestand vóór de aandoening. Het begrip is niet altijd eenduidig: sommige aandoeningen kunnen wel symptomatisch beheerst worden zonder volledig te verdwijnen, terwijl bij andere aandoeningen een definitieve genezing mogelijk is. In de praktijk wordt onderscheid gemaakt tussen genezen, behandelen en onder controle houden.

Criteria en nuance. Geneesbaarheid vereist doorgaans aantoonbare eliminatie van de veroorzaker of van de pathologische afwijking, met een langdurige periode zonder terugkeer van de ziekte. Er zijn uitdagingen zoals detectiegrenzen, latente fasen en de kans op late terugkeer. Voorbeelden: hepatitis C is tegenwoordig in de meeste gevallen volledig te genezen door antivirale therapie; veel bacteriële infecties zijn curabel met antibiotica; sommige kankers worden gezien als genezen na een volledige en langdurige remissie. Bij HIV is genezing nog niet algemeen beschikbaar; wel zijn er gevallen van functionele genezing of langdurige remissie bij een selecte groep patiënten, maar dit geldt niet als een brede oplossing.

Impact en betekenis. De classificatie als geneesbaar beïnvloed prognose, behandelkeuzes en gezondheidsbeleid. De mate van geneesbaarheid hangt af van bewijs, diagnostische tests en follow-up. Ook is er discussie over definities: wat telt als genezen, en hoe lang moet er remissie zijn? In de praktijk praten professionals vaak over genezing, behandeling of controle afhankelijk van de ziekte en de individuele patiënt.