gelijkstroomsignalen

Gelijkstroomsignalen zijn signalen waarvan de waarde op elk moment vrijwel constant blijft over tijd of bestaan uit een constante offset met kleine variaties. In het frequentiedomein heeft een dergelijk signaal een component bij 0 Hz. In de praktijk kan een gelijkstroomsignaal ook een zeer langzame variatie vertonen, maar het kenmerk blijft de dominante DC-component.

Eigenschappen van gelijkstroomsignalen zijn onder meer een constante amplitude en offset, en een spectrum dat een deltafunctie bij 0 Hz bevat. Realistische signalen tonen echter meestal drift, offset en ruis, en kunnen kleine fluctuaties of rippels vertonen door brononzuiverheden, temperatuurveranderingen of voedingstekorten. Het onderscheid met wisselstroom (AC) ligt in het ontbreken of vermijden van regelmatige signaalvariatie op hogere frequenties.

Oorzaken en bronnen van gelijkstroomsignalen zijn onder andere constante spanningsbronnen zoals batterijen en gestabiliseerde voeding, sensoren met een offset, en de uitgang van digitale systemen die een vast niveau rapporteren. Ook filtering van AC-signalen kan resulteren in een DC-component als de DC-band doorlaat blijft.

Metingen en toepassingen: gelijkstroom wordt doorgaans gemeten met een DC-instelling van meetinstrumenten, bijvoorbeeld een multimeter of oscilloscoop met DC-stand. In elektronica kan een DC-offset leiden tot verzadiging van operationele versterkers of andere onderdelen; daarom wordt vaak een hoogdoorlaatfilter toegepast om de DC-component te verwijderen voordat er verdere verwerking plaatsvindt. Gelijkstroomsignalen dienen ook als referentie of setpoint in regel- en besturingssystemen.

Samenvatting: gelijkstroomsignalen vertegenwoordigen dominante of uitsluitend DC-waarden die essentieel zijn in voedings-, meet- en controlesystemen en aandacht vereisen bij analyse, meting en signaalverwerking.

---