fuseren

Fuseren is een Nederlands werkwoord dat betekent twee of meer elementen samen te brengen tot een enkel geheel. Het wordt gebruikt bij het samengaan van organisaties, systemen, gegevens of biologische cellen, en verwijst naar het vormen van een nieuw of gedeeld geheel uit bestaande onderdelen.

Het woord is afgeleid van fusie, met dezelfde wortels als het Franse fusion en via het Latijnse fusio. In de zakelijke taal wordt fuseren vaak gebruikt als werkwoordelijk procesnaam bij een fusie tussen bedrijven.

In het bedrijfsleven duidt fuseren op het samensmelten van twee of meer ondernemingen tot één juridische entiteit, vaak gevolgd door integratie van activiteiten en organisatiestructuren. In de informatica en data-management kan fuseren slaan op het samenvoegen van databases, bestanden of systemen tot een enkel geheel. In de biologie verwijst men meestal naar celfusie; in kernfysica spreekt men doorgaans van fusie.

Een fusie kent meestal due diligence, herstructurering en goedkeuring door aandeelhouders en regelgevende instanties. Het resultaat van zo’n proces is een fusie-entiteit, een fusieplan en vaak een nieuwe governance-structuur. De term kan ook informeel worden gebruikt, bijvoorbeeld om aan te geven dat twee afdelingen of projecten ‘fuseren’ in een gezamenlijke aanpak.

Hoewel fuseren vaak bedoeld is om schaal, efficiëntie of synergie te vergroten, gaat het gepaard met uitdagingen zoals cultuurverschillen, integratie van systemen en juridische complicaties. Het succes van de fusie hangt af van duidelijke doelstellingen, due diligence en effectieve implementatie.