Home

fenotypen

Fenotypen verwijzen naar de observeerbare kenmerken van een organisme, zoals uiterlijke kenmerken, fysiologische functies en gedrag. Het fenotype ontstaat door de interactie tussen het genetische materiaal (het genotype) en de omgeving tijdens groei en ontwikkeling.

Het genotype levert de aanleg, maar omgevingsfactoren zoals voeding, temperatuur en blootstelling aan ziekten kunnen het

Fenotypen kunnen in verschillende categorieën worden onderverdeeld: morfologische kenmerken zoals vorm en grootte; fysiologische kenmerken zoals

Fenotypen worden bestudeerd en geregistreerd via fenotypering. In de medische, agrarische en fundamentele biologie is fenotypering

fenotype
aanzienlijk
beïnvloeden.
Dit
fenomeen
wordt
fenotypische
plasticiteit
genoemd.
Daarnaast
kunnen
epigenetische
modificaties
de
genexpressie
veranderen
en
het
fenotype
beïnvloeden
zonder
de
DNA-sequentie
te
wijzigen.
metabolisme
en
homeostase;
en
gedragskenmerken.
Bij
veel
kenmerken
bestaat
er
continue
variatie
(kwantitatieve
fenotypen),
terwijl
andere
kenmerken
discrete
categorieën
volgen
(qualitatieve
fenotypen),
bijvoorbeeld
bloemkleur
bij
een
plant
of
bloedgroep
bij
dieren.
essentieel
om
relaties
tussen
genen
en
eigenschappen
te
begrijpen,
om
ziektes
te
diagnosticeren
en
te
behandelen,
en
om
rassen
en
stammen
te
selecteren.
In
de
menselijke
geneeskunde
leveren
klinische
fenotypen
en
eigenschappen
belangrijke
aanwijzingen
voor
diagnose
en
prognose;
in
de
landbouw
worden
planten
en
dieren
gefokt
op
basis
van
gewenste
fenotypische
kenmerken.