drukvalmetingen

Drukvalmetingen verwijzen naar het meten van het drukverschil (ΔP) dat optreedt wanneer een vloeistof of gas door een component zoals een klep, filter of restrictie stroomt. De drukval geeft de weerstand tegen stroming weer en is een belangrijke parameter bij het bepalen van stromingskarakteristieken, het valideren van klepprestaties en het signaleren van onderhoudsbehoeften.

Meetmethoden en instrumenten: differentialdrucksensoren of differential pressure transmitters, manometers (bijv. U-tube of elektronische meters) en andere drukmeters. In industriële systemen wordt doorgaans upstream- en downstreamdruk gemeten en het verschil ΔP berekend. De meetpunten moeten representatief zijn en geplaatst worden zo dicht mogelijk bij de te evalueren component, met voldoende afstand van bochten en turbulente zones. Kalibratie, temperatuur- en densiteitscorrecties en isolatie van het meetsysteem zijn essentieel voor betrouwbare metingen.

Toepassingen en interpretatie: ΔP wordt gebruikt om de stromingskarakteristieken en de krachtsverdeling over een klep of restrictie te bepalen, en om Cv- of Kv-waarden af te leiden. Het wordt ook ingezet bij onderhouds- en prestatiebewaking, detectie van verstoppingen of lekkages en het opstellen van drukval-curves over een reeks debieten. De relatie tussen ΔP en debiet hangt af van de vloeistof- of gaseigenschappen en vereist vaak conversie met de juiste kalibratie.

Overwegingen en normen: hou rekening met vloeistofdichtheid, temperatuur en hydrostatische kop bij de drukmetingen; wees alert op trillingen en snelle drukfluctuaties. Normaliter worden normen zoals ISO 5167 genoemd voor differentialdrukmetingen en flowmeting gebruikt. Door correcte tapspunten, voldoende afscherming en periodieke kalibratie ontstaat een betrouwbare drukvalmeting die aansluit op procescontrolesystemen.