denatureerde

Denatureerde is de verleden tijd en het voltooid deelwoord van denatureren in het Nederlands. Het werkwoord denatureren verwijst naar het wijzigen van de aard, identiteit of eigenschappen van iets, zodat het oorspronkelijke doel of de bruikbaarheid wordt beperkt of ongeschikt gemaakt voor bepaalde toepassingen. In de wetenschappelijke en technische taal wordt denaturatie vaak gebruikt voor macromoleculen en chemische stoffen.

In de biologie en chemie verwijst denaturatie meestal naar het verlies of de verandering van de ruimtelijke structuur van eiwitten of andere macromoleculen. Door factoren als hitte, zuurtegraad, chemische stoffen of ionen kan de drie-­dimensionale structuur verloren gaan, waardoor de functie vaak onherroepelijk verdwijnt. Denaturatie van eiwitten speelt een cruciale rol bij koken en bij diverse laboratorium- en industriële processen.

In de industrie and industry-terminologie wordt denaturatie ook gebruikt om een stof ongeschikt te maken voor consumptie of misbruik. Ethanol die bestemd is voor industrieel gebruik wordt bijvoorbeeld denatureerd door toevoeging van denaturanten zoals methanol, isopropanol of bittere metgezellen, zodat het niet drinkbaar is. Dergelijke denaturatie wordt vaak gereguleerd met wet- en regelgeving en taxatiemaatregelen.

Etymologisch komt denatureren uit het Franse dénaturer, met afleiding uit de Latijnse wortel natura (‘aard, natuur’). Het woord wordt in het Nederlands breed toegepast in zowel wetenschappelijke als praktische contexten en heeft daarmee verschillende specifieke betekenissen afhankelijk van het onderwerp.