drinkbaar

Drinkbaar is een bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands. Het betekent dat een vloeistof veilig is om te drinken of geschikt is om te worden gedronken. Het wordt vooral gebruikt voor water, maar kan ook slaan op andere dranken of vloeistoffen, mits die consumptie geen risico oplevert. In praktische taalusage wordt 'drinkbaar' vaak gekoppeld aan normen voor drinkveiligheid, zoals chemische gehalten, bacteriologische kwaliteit en geuren of smaken. De tegenhanger is 'niet drinkbaar'. In dagelijkse uitingen luidt een vraag als 'Is dit water drinkbaar?' en een bevestiging 'Ja, het is drinkbaar.' Toelichting kan zijn 'drinkbaar na filtratie' of 'drinkbaar bij kamertemperatuur', afhankelijk van de context.

Etymologie: het woord is samengesteld uit drink-, afgeleid van het werkwoord drinken, en het achtervoegsel -baar, dat mogelijkheid of geschiktheid aanduidt. Het woord is verwant aan andere -baar- woorden zoals draagbaar, leesbaar en zichtbaar.

Zie ook: drinkwater, potable water (Engels), trinkbar (Duits).