Home

cilinder

Een cilinder is een ruimtelijk figuur met twee even grote en evenwijdige cirkelvormige basisvlakken en een gebogen oppervlak dat de bases verbindt. De as loopt door het midden van de bases. Er bestaan rechte cilinders, waarbij de as loodrecht staat op de bases, en scheve (of oblie) cilinders, waarbij de as niet loodrecht staat. Een cilinder kan massief zijn of hol, bijvoorbeeld als buis.

Parameters en basisformules: laat de straal van de basis r en de hoogte (de afstand tussen de

Eigenschappen en waarnemingen: vlakke snedes parallel aan de bases leveren cirkels; een snede die de as bevat

Zie ook: cilinder (meetkunde), cilindrische coördinaten.

bases)
h
zijn.
Voor
een
massieve
cilinder
geldt
V
=
π
r²
h.
De
totale
oppervlakte
is
A
=
2π
r(h
+
r);
de
zijoppervlakte
is
2π
r
h.
Een
holle
cilinder
heeft
buitenstraal
R
en
binnendraal
r
(R
>
r).
Het
volume
is
V
=
π
h
(R²
−
r²).
De
totale
oppervlakte
is
A
=
2π
h
(R
+
r)
+
2π
(R²
−
r²)
(de
buiten-
en
binnenkant
plus
de
uiteinden).
geeft
een
rechthoek
met
afmetingen
2r
bij
h;
schuine
sneden
door
een
cilinder
leveren
in
het
algemeen
ellipsen
op.
Cilinders
komen
veel
voor
in
technische
toepassingen
en
ontwerp,
zoals
pijpen
en
buizen,
cilinders
in
verbrandingsmotoren,
hydrauliekonderdelen
en
opslag-/verpakkingsvormen.