Home

brandbaar

Brandbaar is een Nederlands bijvoeglijk naamwoord dat aangeeft dat een stof of materiaal zich onder normale omstandigheden gemakkelijk kan ontbranden en verbrand. Het begrip wordt gebruikt in veiligheids- en regelgeving, maar ook in alledaagse discussies over opslag en transport. Synoniemen zijn ontvlambaar of vlambaar, hoewel het gebruik per context kan verschillen.

In de Europese Unie wordt brandbaarheid vastgesteld volgens de CLP-verordening voor classificatie en etikettering. Op etiketten

Hantering en opslag

- Brandbare stoffen vormen een potentieel brand- en explosiegevaar bij blootstelling aan vonken, open vuur of hoge

- Bewaar ze in goed afsluitbare, passende containers, in koel en goed geventileerd materiaalopslagruimten, gescheiden van oxidatoren

- Houd vonk- en ontstekingsbronnen buiten bereik van brandbare stoffen; gebruik niet-ontvlambare gereedschappen en aardingsmaatregelen om statische

- Draag indien nodig passende persoonlijke beschermingsmiddelen en volg de aanwijzingen uit het veiligheidsinformatieblad.

Voorbeelden van brandbare stoffen zijn ethanol, aceton en tolueen (vloeistoffen); benzine; brandbare gassen zoals propaan en

en
veiligheidsinformatiebladen
verschijnt
vaak
het
woord
brandbaar
samen
met
het
vlam-pictogram.
Er
zijn
aparte
categorieën
zoals
brandbare
vloeistoffen,
brandbare
gassen
en
brandbare
vaste
stoffen.
De
aanduiding
helpt
bij
het
kiezen
van
juiste
opslag-
en
hanteringsmaatregelen
en
bij
het
informeren
van
werknemers
en
consumenten.
temperaturen.
en
andere
reactive
stoffen.
elektriciteit
te
voorkomen.
butaan.
Het
woord
brandbaar
is
daarmee
een
belangrijk
element
in
de
veiligheidscommunicatie
rondom
materialen
en
hun
opslag,
transport
en
gebruik.
Zie
ook:
ontvlambare
materialen,
veiligheid
en
CLP-regelgeving.