belichtingstijd

Belichtingstijd, ook wel sluitertijd genoemd, is de duur dat de camera's sensor of film wordt blootgesteld aan licht. Tijdens deze periode blijft de sluiter open en vangt de sensor licht op. Belichtingstijd wordt uitgedrukt in seconden of fracties daarvan, bijvoorbeeld 1/250 s of 2 s. De keuze bepaalt hoeveel licht er bij een opname binnenkomt en heeft direct invloed op de helderheid en het detailniveau van het beeld, evenals op beweging die in de scène vastgelegd wordt.

Belichtingstijd maakt deel uit van de belichtingsdriehoek, samen met het diafragma en de ISO. Een langere belichting laat meer licht binnen en resulteert in een helderder beeld, maar kan bewegingsonscherpte veroorzaken bij bewegende onderwerpen of wanneer de camera niet stabiel staat. Een kortere belichting bevriest beweging en vermindert de kans op overbelichting. Bij extreem lange tijden kunnen ook warmte en sensornoise optreden.

Toepassingen en effecten: bij weinig licht wordt vaak gekozen voor langere belichting in combinatie met een statief, wat lange belichtingseffecten zoals lichtsporen of gladde wateroppervlakken mogelijk maakt. Voor acties en sport wordt meestal gekozen voor korte tijden om beweging te bevriezen. In video- en filmtoepassingen wordt belichtingstijd gerelateerd aan sluitertijd en effecten zoals motion blur en strobe.

Praktische overwegingen: in de beeldvorming kun je belichtingstijd instellen in handmatige modus of via automatische programma's waarin de camera de tijd bepaalt. Houd rekening met flitsfotografie: synchronisatie en maximale sluitertijd zijn beperkt door de flits. Een gangbare vuistregel bij handmatig schieten is 1/(brandpuntsafstand) seconde, aangepast aan beeldstabilisatie en sensorformaat.