schieten

Schieten is een Nederlands werkwoord dat verwijst naar het afvuren van een projectiel uit een apparaat dat daarop is gericht, zoals een vuurwapen of een boog. Het wordt ook gebruikt voor het raken van een doel door een projectiel, en in sporttaal voor het nemen van een schot in ballenspellen. In bredere zin kan schieten ook betekenen het doelgericht raken of scoren.

Toepassingsgebieden omvatten jacht, defensie en sport. Jacht is gericht op het vangen van wild met een vuurwapen of boog. In de sport worden diverse disciplines beoefend binnen de schietsport, bijvoorbeeld pistool- en geweerschieten op verschillende afstanden. Archery vormt een verwante tak via het boogschieten. Daarnaast bestaan recreatieve vormen zoals paintball en airsoft.

Veiligheid en regelgeving: Schieten vereist training in veiligheidsprocedures, het veilig omgaan met wapens en het correct gebruik van beschermende uitrusting. In veel landen is bezit en gebruik van vuurwapens aan wettelijke regels gebonden, en schietbanen en clubs opereren onder toezicht. Jachtseizoenen en regels gelden voor wildlifebeheer.

Cultuur en geschiedenis: Schieten heeft een lange geschiedenis in jagers- en krijgerculturen en was belangrijk in het bestaan van schutterijen en militieachtige organisaties. In de moderne tijd is het een erkende sport met nationale en internationale competities en organisaties.