afgerekend

Afgerekend is een woord uit het Nederlands dat als voltooid deelwoord en als bijvoeglijk naamwoord wordt gebruikt van het werkwoord afrekenen. Het drukt meestal uit dat een betaling, rekening of berekening is afgerond en verwerkt.

In financiële en administratieve context wordt afgerekend gebruikt om aan te geven dat een bedrag is voldaan of een kostenpost is verrekend. Voorbeelden: “Het bedrag is afgerekend” of “De kosten zijn afgerekend en verwerkt in de boekhouding.” In deze zin gaat het om een expliciete afronding van een financiële transactie, waardoor de rekening als afgewikkeld kan worden beschouwd.

Daarnaast wordt afgerekend vaak gebruikt in combinatie met de uitdrukking afrekenen met iemand. Die uitdrukking heeft twee betekenissen: someone can settle a score with someone else, oftewel iemand ter verantwoording roepen, en iemand confronteren met zijn fout of misdrijf. Voorbeelden: “De autoriteiten hebben hem afgerekend met zijn verleden” of “Het bedrijf wilde eindelijk afgerekend worden met de fraude.” In deze context geeft afgerekend een voltooidheid aan in de zin dat een kwestie is afgehandeld of ter verantwoording is gebracht.

Etymologie en varianten: afgerekend is afgeleid van afrekenen, met het voorvoegsel af- dat afscheiding of afronding aanduidt. Een zelfstandig naamwoordsvorm is afrekening, dat een uiteindelijke verrekening of settlement beschrijft.

Zie ook: afrekening, afrekenen, rekening. Deze termen worden in relevante financiële, juridische en communicatieve contexten regelmatig met afgerekend verbonden gebruikt.