afgelezen

Afgelezen is een Nederlands woord, gevormd als voltooid deelwoord van het werkwoord aflezen. Het kan fungeren als bijvoeglijk naamwoord en in samengestelde zinnen als verleden deelwoord van lezen. In praktijkgebruik geeft afgelezen aan dat ergens gegevens, waarden of indrukken zijn gelezen, afgeleid of eruit zijn gehaald door observatie of meting.

In data- en onderzoekscontext verwijst afgelezen naar cijfers, waarden of conclusies die uit een bron zijn gelezen. Voorbeelden: afgelezen cijfers, afgelezen waarden. In statistische of grafische teksten kan men zeggen dat uit de grafiek af te lezen is hoeveelersaantallen of trends aangeven. De uitkomst kan ook letterlijk betekenen dat men iets heeft gelezen uit een tabel, kaart of monitor.

Figuurlijk kan iets af te lezen zijn aan iemands houding, gezichtsuitdrukking of gedrag; bijvoorbeeld: aan zijn houding is af te lezen dat hij gespannen was. De gangbare constructie is vaak af te lezen, waarbij men aangeeft dat een bepaalde conclusie of informatie uit deze context kan worden afgeleid.

Etymologie: afgelezen is afleiding van aflezen, waarin prefix af- duidt op ‘van een bron vandaan’ en lezen het proces van lezen betekent. Verwante uitdrukkingen situeren zich rondom aflezen en lezen, zoals uit de grafiek is af te lezen, of de afgelezen waarden uit een dataset. Het woord wordt vooral in formele of semi-formele teksten gebruikt.