Home

aansporen

Aansporen is een Nederlands werkwoord met de betekenis iemand aansporen tot handelen: aanzetten, motiveren of stimuleren om een bepaalde handeling te verrichten. Het woord kan in informele en formele contexten voorkomen en wordt gebruikt in sport, onderwijs, arbeid en politiek. De bijbehorende zelfstandig naamwoord is aansporing, verwijzend naar de prikkel die tot actie leidt.

Qua constructie wordt aansporen meestal gebruikt met een direct object (iemand) en kan gevolgd worden door

Hoewel doorgaans positief is, kan aansporen ook een moreel geladen of juridisch relevante toon hebben. In juridische

Etymologie: aansporen is samengesteld uit aan- (een opbouw- of versterkingsprefix) en sporen, het werkwoord dat letterlijk

Zie ook: aanzetten, aanmoedigen, stimuleren, aansporing tot misdrijf.

tot
+
infinitief:
iemand
aansporen
tot
iets.
Voorbeelden:
een
coach
die
spelers
aanspoort
tot
betere
prestaties;
een
docent
die
leerlingen
aanspoort
tot
meer
inzet;
politici
die
burgers
aansporen
tot
participatie.
De
uitdrukking
kan
ook
in
de
passieve
vorm
voorkomen:
aangespoord
worden.
context
spreekt
men
van
aansporing
tot
een
misdrijf,
oftewel
incitement
tot
misdrijf.
In
zulke
gevallen
kan
het
strafbaar
zijn,
afhankelijk
van
de
aard
van
het
aansporen
en
de
wetgeving.
‘sporen’
betekent.
In
deze
betekenis
verwijst
het
naar
aansporen
of
stimuleren.
De
verwante
vorm
aansporing
verwijst
naar
het
motiverende
principe
of
de
prikkel
zelf.