Home

Zuurstoftoediening

Zuurstoftoediening is het medisch toepassen van aanvullende zuurstof aan patiënten om de bloed- en weefselzuurstofvoorziening te verbeteren. Doel is het voorkomen of corrigeren van zuurstoftekorten en daarmee de kans op orgaanschade te verkleinen. Zuurstof wordt beschouwd als een geneesmiddel en wordt meestal voorgeschreven en gecontroleerd door zorgprofessionals.

Indicaties voor zuurstoftoediening zijn onder meer klinische hypoxie, ademnood ondanks ademwerk, acuut of ernstig longoedeem, longontsteking,

Toedieningsmethoden en systemen variëren op basis van benodigde FiO2 en comfort. Veelgebruikt zijn neussonde (1-6 liter

Monitoring en veiligheid omvatten SpO2-controle (bij voorkeur met pulsoximetrie), klinische evaluatie en, indien nodig, arteriële bloedgasanalyse.

COPD-exacerbaties,
postoperatieve
periode,
shock
of
hartfalen
en
andere
aandoeningen
met
verlaagd
arterieel
zuurstofgehalte.
Doelwaarden
van
SpO2
variëren:
bij
de
meerderheid
van
volwassenen
is
94-98%
gewenst;
bij
COPD
of
anderen
met
kooldioxide-retentie
wordt
vaak
88-92%
nagestreefd
om
hypercapnie
te
beperken.
per
minuut;
FiO2
afhankelijk
van
flow),
eenvoudige
zuurstofforenmasker
(5-10
L/min;
ongeveer
40-60%
FiO2),
niet-terugslagmasker
en
venturi-maskers
voor
vaste
FiO2-waarden,
en
hoogstrooms
zuurstoftherapie
(HFNC)
die
30-60
L/min
kan
leveren
met
verwarmde,
vochtige
lucht.
Zuurstof
kan
ook
via
concentratoren
of
cryogeen/
gascilinders
worden
toegevoerd;
bij
transport
is
draagbare
zuurstof
noodzakelijk.
Belangrijk
zijn
vermijden
van
overmatige
zuurstoftoediening,
brandgevaar
bij
open
vuur,
en
regelmatige
controle
van
apparatuur
en
verbindingen.
Zuurstoftoediening
wordt
vastgesteld
en
aangepast
volgens
voorschrift
en
wordt
indien
mogelijk
weggeschroefd
naar
de
laagste
effectieve
FiO2.