Uitlaatsklepclosing

Uitlaatsklepclosing is het moment waarop de uitlaatsklep volledig sluit aan het einde van de uitlaatslag in een verbrandingsmotor. De timing van deze sluiting, samen met de posities van de inlaatsklep, bepaalt hoe snel de verbrandde gassen uit de cilinder verdwijnen en hoe de volgende inlaatslag wordt voorbereid. De sluiting wordt in oudere motoren bepaald door de nokkenas en het camprofiel; moderne motoren gebruiken variabele kleptiming (VVT) om de sluitingstiming aan te passen aan motortoerental en belasting, voor betere prestaties, zuinigheid en emissies.

Effecten: De sluitingstijd beïnvloedt scavenging en de hoeveelheid resterende uitlaatgassen in de cilinder, wat de verbranding en de emissies beïnvloedt. Een vroegere of latere sluiting kan de motorrespons en het koppel beïnvloeden en varieert per toerental. Het systeem werkt samen met de klepsoverlap, waarbij soms beide kleppen gelijktijdig geopend zijn tijdens de overgang tussen slagen.

Diagnose en onderhoud: Problemen met uitlaatsklepclosing kunnen voortkomen uit slijtage aan kleppen of klepzittingen, vervuiling of defecten in het VVT-systeem. Symptomen zijn onregelmatig stationair draaien, verlies van vermogen of verhoogde emissies. Diagnostiek kan bestaan uit inspectie van kleppen en klepzittingen, controle van de kleptiming met meetinstrumenten, compressietesten en diagnosecodes. Bij afwijkingen kan afstelling of vervanging van kleppen, zittingen of VVT-componenten noodzakelijk zijn.