Rotalgen

Rotalgen, ook wel roodwieren genoemd, vormen een brede en diverse groep algen binnen de roodalgen (Rhodophyta). Ze komen vooral voor in mariene omgevingen, van ondiepe getijdenzones tot dieper water, maar sommige soorten kunnen ook in zoetwater voorkomen. De rode kleur ontstaat door fycoerythrine, een pigment dat samen met chlorofyl a en andere pigmenten het licht anders laat absorberen. Roodwieren slaan floridean zetmeel op als reservevoedsel en hebben celwanden die vaak cellulose bevatten; veel soorten produceren hydrocolloïden zoals agar en carrageen, die veelvuldig in voedsel en industrie worden toegepast.

Morfologisch variëren ze sterk van eenvoudige filamenten tot complexe bladachtige thalli met holdfasts en stengelachtige delen. Crustose roodwieren vormen kalkachtige krusten op rotsen en schelpen; koralline algen dragen bij aan structuren langs kusten en riffen doordat zij calciumcarbonaat uitscheiden.

Roodwieren kennen vaak complexe levenscycli met meerdere generaties. Meestal zijn er een haploïde gametofyte en een diploïde tetrasporofyt, waarbij in veel groepen ook een diploïde carposporofyt op de gametofyte verschijnt en carposporen produceert. De exacte aantallen generaties en hun betrokkenheid verschillen per soort.

Ecologisch en economisch belang: roodwieren vormen een belangrijke voedselbron in sommige regio’s (porphyra/Pyropia, bekend als nori), leveren hydrocolloïden zoals agar en carrageen en spelen een belangrijke rol in mariene habitats en reefstructuur.

Bedreigingen en behoud: klimaatverandering en verzuring van de oceanen, vervuiling en overexploitatie kunnen roodalgenpopulaties beïnvloeden; behoud richt zich op bescherming van habitats en duurzame harvesting.