Releaseniveau

Releaseniveau is een begrip uit softwareontwikkeling en releasebeheer dat de rijpheid en distribuereerbaarheid van een release aangeeft. Het geeft aan welke functies zijn afgerond, hoe stabiel de software is en of deze geschikt is voor gebruik door eindgebruikers of alleen voor testers.

Veelgebruikte niveaus zijn concept, ontwikkeling, alfa, bèta, releasekandidaat en algemene beschikbaarheid (GA). Een conceptuele release wordt doorgaans intern gebruikt voor ideeën en haalbaarheidsstudies. In de ontwikkelingsfase worden functies gebouwd en geïntegreerd, vaak zonder stabiele prestaties. Een alfa-release is de eerste functionele versie met beperkte testers en veel bugs. Een bèta-release omvat bredere testers en verdere stabiliteitsverbeteringen. Een releasekandidaat is bijna klaar voor publicatie en bevat doorgaans geen nieuwe functies, maar wel kritieke bugfixes. GA betekent dat de release geschikt is voor algemeen gebruik en wordt ondersteund.

Het bepalen van het releaseniveau gebeurt volgens criteria zoals voltooiing van de kernfunctionaliteit, geslaagde testketens, beveiligingscontrole en documentatie. Ook wordt vaak een codefreeze toegepast voordat een releasekandidaat of GA wordt uitgerold. Release-notities communiceren wat er nieuw is, welke bestaande functies zijn gewijzigd of verwijderd en welke bekende issues blijven bestaan. Versievolgorde wordt vaak gestuurd door semantisch versioneren, zodat gebruikers veranderingen en compatibiliteit kunnen afleiden.

Daarnaast onderscheidt het releaseniveau verschillende distributiekanalen, zoals interne testomgevingen, openbaar testprogramma en productieversies. Het releaseniveau beïnvloed planning, communicatie met belanghebbenden en de mate van ondersteuning die bij een release hoort. Door een duidelijk releaseniveau te definiëren, kan een organisatie releaseprocessen structureren en risico’s beter beheersen.