Home

Overhandigen

Overhandigen is een Nederlands werkwoord dat betekent iemand een voorwerp of documenten geven door het in diens handen te leggen, vaak in een formele of officiële context. Het duidt op een actieve overdracht van bezit, verantwoordelijkheid of bewijsmateriaal van de ene partij naar de andere.

In gebruik komt overhandigen voor bij de overdracht van concrete voorwerpen zoals documenten, sleutels, certificaten of

Grammaticaal gezien is overhandigen een regelmatig werkwoord. De tegenwoordige tijd: ik overhandig, jij overhandigt, hij overhandigt.

Synoniemen en verwante termen zijn onder meer overdragen, overgeven en leveren. Overhandigen wordt doorgaans gebruikt voor

prijzen,
maar
ook
bij
formele
handelingen
zoals
het
overhandigen
van
een
rapport,
een
dagvaarding
of
bewijsstukken
aan
een
rechter,
notaris
of
opdrachtgever.
Voorbeelden:
“De
notaris
heeft
de
akte
aan
de
partijen
overhandigd.”
“Zij
overhandigt
het
rapport
morgen
aan
de
commissie.”
De
handeling
kan
ceremonieel
zijn,
bijvoorbeeld
tijdens
een
officiële
overdracht
of
presentatie.
Verleden
tijd:
ik
overhandigde,
jij
overhandigde,
hij
overhandigde.
Voltooid
deelwoord:
overhandigd.
Vaak
gaat
het
werkwoord
vergezeld
van
een
indirecte
relatie
zoals
“aan
iemand”
of
“aan
de
rechter,”
bijvoorbeeld
“het
bewijsstuk
aan
de
rechter
overhandigen.”
In
de
passieve
constructie
kan
men
spreken
van
“wordt
overhandigd”
of
“worden
overhandigd.”
formele,
bewuste
overdrachten,
terwijl
overdragen
juist
vaker
verwijst
naar
overdracht
van
eigendom
of
rechten,
en
overgeven
naar
fysieke
of
symbolische
afleveringen.
Een
zelfstandig
naamwoordvorm
is
de
overhandiging
of
documentoverhandiging.