Nulstellingen

Nulstellingen zijn handelingen of processen waarbij een meetinstrument of een systeem zo wordt ingesteld dat nul de referentiewaarde is. Het doel is een eventuele offset of drift van het apparaat te compenseren, zodat metingen beginnen bij een erkende nulwaarde.

In metrologie en procescontrole wordt nulstellen toegepast bij verschillende soorten instrumenten, zoals weegschalen, balanswegers, spannings- of stromentometers en dataloggers. Een nulstelling kan handmatig plaatsvinden, bijvoorbeeld met een mechanische regelaar of knop die de afleeswaarde naar nul brengt, of automatisch door een ingebouwde nulfunctie die bij afloop van elke meting geactiveerd wordt.

Drift en offset: Een nulafwijking ontstaat wanneer een instrument bij nul nog een afwijking geeft. Na een nulstelling kan nog steeds drift optreden door temperatuur, slijtage of spanningsvariaties; periodiek opnieuw nulstellen of kalibreren is daarom vaak nodig.

Tare-nulstelling: Bij weegtoepassingen wordt vaak de massa van een container afgetrokken (tara) zodat alleen het te wegen materiaal wordt gemeten. Dit vereist regelmatig controleren van de nulpositie om fouten te voorkomen.

Procedurele overwegingen omvatten: zorg dat alles stil is; gebruik referentiemeten of lege toestand; stel nul in met de fabrikant of op het apparaat; verifieer door een bekende nul of lege invoer; documenteer het nulpunt en tijd; controleer regelmatig.

Andere contexten: In software en calibratie kan nulstellen softwarematig gebeuren, bijvoorbeeld voor offsetcorrectie in sensoren.