Landbouwhuisdieren

Landbouwhuisdieren zijn dieren die op een landbouwbedrijf voorkomen en door de boer worden gehouden. Ze vormen een onderdeel van de bedrijfsvoering en leveren soms producten zoals melk, vlees of eieren; ze kunnen ook als gezelschapsdieren fungeren of functies binnen het bedrijf vervullen, zoals begrazing of educatie.

Veelvoorkomende landbouwhuisdieren zijn kippen, konijnen, geiten, schapen, varkens, runderen en paarden. Ze worden doorgaans gehouden in stallen, hokken of kippenhokken en hebben toegang tot buitenruimte of begrazing. De huisvesting moet passen bij de soort en voldoende ruimte, beschutting, ventilatie en hygiëne bieden.

Gezondheidszorg en welzijn: Dieren hebben regelmatige gezondheidscontroles, toegang tot vers water en voedzaam voer, en, indien nodig, ontworming en vaccinaties. Periodieke veterinaire zorg en snelle isolatie bij ziekte zijn belangrijk om de verspreiding van ziekte te voorkomen. Hygiëne, preventie van verwondingen en passende transport- en slachtpraktijken vallen onder dierenwelzijnsnormen.

Rol en maatschappelijke betekenis: landbouwhuisdieren spelen een centrale rol op veel boerderijen, zowel economisch als educatief. Ze vragen aandacht voor dierenwelzijn, duurzaamheid en dierengezondheid en vallen onder nationale en Europese regelgeving voor dierlijke productie en welzijn.