Handvenen

Handvenen is de verzamelnaam voor de oppervlakkige aderen die uit de hand terugstromen naar de onderarm. Aan de dorsale zijde van de hand bevindt zich een dorsaal veneus netwerk dat via verbindingen met de palmarische venous arches bloed afvoert. De belangrijkste uitstromende aderen in de hand en onderarm zijn de cephale (duurder gelegen aan de polsradiale/duimzijde) en de basilieke ader (mediale zijde). Deze oppervlakkige aderen monden verderop uit in de axillaire ader, waarbij de cephale en basilieke ader vaak via de vena brachialis en uiteindelijk de vena axillaris deelnemen aan de veneuze terugkeer naar het hart.

Andere relevante venen zijn de palmaire venen in de handpalm en de mediane antebrachiale ader (vena mediana antebrachii), die meestal ergens in de forearm naar de cephale of basilieke ader uitmondt of beide kanocatie kan innemen. Die variaties zorgen ervoor dat de precieze verbindingen tussen hand-dorsale netwerken en de armensystemen kunnen verschillen per individu.

Klinisch is de handvattenkel van belang omdat oppervlakkige handvenen vaak worden gebruikt voor veneuze toegang bij medische procedures (venapunctie, intraveneuze toediening). Ze zijn relatief ondiep en kunnen gevoelig zijn voor flebitis of ontsteking bij IV-gebruik. Handvenen kunnen prominent zijn bij jonge, slanke personen of bij problemen met regionale veneuze doorstroming; variaties in de aanleg komen vaak voor en kunnen de keuze voor veneuze toegang beïnvloeden.

Samenvattend vormen de handvenen een belangrijk onderdeel van de oppervlakkige veneuze afvoer van de hand, met klinische implicaties voor diagnostiek en medische procedures.