afvoert
Afvoert is the third-person singular present tense form of the Dutch verb afvoeren in common usage. In standard Dutch, however, the finite present tense of a separable prefix verb is typically written with the prefix split, as in hij voert af. The infinitive afvoeren consists of the prefix af- attached to voeren (to carry, to lead). The past participle is afgevoerd, and the simple past isvoerde af.
Afvoeren means to transport away from a place, to remove, or to dispose of something, often through
The noun afvoer denotes discharge, drainage, or the act of disposing of material, and is commonly used
Het afval wordt afgevoerd naar een verwerkingsbedrijf.
De riolering voert het water af naar de afvalwaterzuivering.
In fiction or reportage kan de term figuurlijk verwijzen naar het afvoeren van een zaak of project.