Home

Gezag

Gezag is een term die in het Nederlands wordt gebruikt om te verwijzen naar het recht en de macht om anderen te sturen, te beïnvloeden of verantwoordelijk te nemen voor hun gedrag. Het omvat zowel formele als informele vormen van macht en is gebaseerd op een combinatie van legitimiteit, normen en gezaghebbende autoriteiten. In de sociologie en politieke theorie wordt gezag vaak onderscheiden van louter dwang: het is gezag wanneer de ondergeschikten de leiding als rechtmatig accepteren. Een klassieke theorievorm is die van Max Weber, die onderscheid maakte tussen traditioneel, charismatisch en rationeel-legalistisch gezag; alle drie kunnen als legitieme basis dienen voor gezagsuitoefening.

In Nederland en België heeft gezag bovendien een specifieke juridische betekenis: ouderlijk gezag betreft de bevoegdheid

Gezag blijft zo een combinatie van persoonlijke relatie en wettelijke bevoegdheid: het drukt een erkende macht

en
plicht
tot
verzorging
en
opvoeding
van
een
minderjarige.
Het
gezag
omvat
onder
meer
vertegenwoordiging
van
het
kind
en
het
nemen
van
belangrijke
beslissingen.
Gewoonlijk
wordt
ouderlijk
gezag
gezamenlijk
uitgeoefend
door
beide
ouders;
na
scheiding
blijft
gezamenlijk
gezag
mogelijk,
tenzij
de
rechtbank
anders
beslist.
Scholen,
zorgaanbieders
en
andere
instellingen
oefenen
ook
gezag
uit
binnen
hun
taken,
zoals
toezicht
en
begeleiding.
uit
die
door
overtuiging
en
verantwoordelijkheid
wordt
gedragen,
maar
kan
bij
misbruik
of
verlies
van
legitimiteit
ter
discussie
komen
te
staan.