Gebruikscontexten
Gebruikscontexten verwijzen naar de omstandigheden waaronder taal of schrift wordt gebruikt en geïnterpreteerd. Ze omvatten zowel de situationele als de sociale dimensies van communicatie en bepalen welke vorm, toon en woordkeuze passend zijn in een gegeven situatie.
Belangrijke factoren zijn onder meer de setting (formeel versus informeel), de deelnemers (afstand, status, relatie), het
Gebruikscontexten hangen nauw samen met taalkundig register en met informatieve cues zoals jargon, vakterminologie en mogelijke
Voorbeelden van gebruikscontexten zijn een klaslokaal (formeel informeel evenwicht tussen docent en student), een zakelijke e-mail
Toepassingen van het begrip omvatten taalonderwijs, vertaal- en lokalisatiediensten, ontwerp van communicatiemiddelen en automatische taalverwerking. Onderzoek