GPGsleutels

GPGsleutels zijn de sleutels die worden gebruikt door GnuPG (GPG) om OpenPGP-berichten en bestanden te beveiligen. Een GPG-sleutelset bestaat uit een publieke sleutel, die vrijelijk kan worden gedeeld om versleuteling en verificatie mogelijk te maken, en een privésleutel (ook wel geheime sleutel genoemd), die uitsluitend door de eigenaar mag worden gebruikt om te ontsleutelen of te ondertekenen.

OpenPGP is een standaardspecificatie die gebruikmaakt van asymmetrische cryptografie. Een bericht dat is versleuteld met iemands publieke sleutel kan alleen worden ontsleuteld met de bijbehorende privésleutel. Een ondertekening met de privésleutel kan met de publieke sleutel van de ondertekenaar worden geverifieerd. Sleutels kunnen bestaan uit een hoofdsleutel en sub-sleutels voor ondertekenen, versleutelen of authenticeren. Een sleutel heeft een fingerprint die als korte identificatie kan dienen en een sleutel-ID.

Public sleutels worden uitgewisseld via sleutelbeheer, vaak via sleutelservers of rechtstreeks. De privésleutel moet altijd geheim blijven en kan met een beschermende wachtwoord- of passphrase worden afgeschermd. Om een sleutel ongeldig te maken als deze gecompromitteerd raakt, kan een revoke-certificaat worden uitgegeven. De verzameling sleutels die een gebruiker beheert, wordt de keyring genoemd, en sleutels kunnen worden geëxporteerd of geïmporteerd.

GnuPG-commando's zoals gpg --gen-key, --export, --import, --list-keys, --sign-key, --verify, --encrypt en --decrypt worden gebruikt om sleutels aan te maken, te verspreiden en berichten te beveiligen. Het onderliggende vertrouwensthema heet Web of Trust: gebruikers bepalen elkaars betrouwbaarheid op basis van handelingen en certificaten. Goede praktijken omvatten sterke wachtwoorden en regelmatige sleutelrotatie.