Doorsnedes

Doorsnedes zijn afbeeldingen of illustraties die ontstaan wanneer een driedimensionaal object door een plan wordt doorgesneden. Het resultaat is een tweedimensionale doorsnede die de interne structuur laat zien alsof men door het object heen kijkt. Het begrip wordt breed gebruikt in wetenschap, techniek, bouwkunde en geneeskunde.

Er bestaan verschillende typen doorsnedes. Een dwarsdoorsnede loopt loodrecht op de as van het object. In de anatomie spreken men vaak van sagittale, coronale (frontale) en transversale (horizontale) doorsneden, die verschillende vlakke snedes door weefsels aangeven. In tekeningen en technische tekeningen wordt doorgaans een specifieke doorsnede aangeduid met een lijn en een bijbehorende lettersetiket, zoals A-A.

Toepassingen van doorsnedes zijn talrijk. In de geneeskunde leveren CT- en MRI-scans doorsnedes van organen en weefsels voor diagnose en planning. In de biologie kunnen doorsnedes van plantenstengels of wortels inzicht geven in weefselstructuur. Geologie en aardwetenschappen gebruiken doorsnedes om bodem- of gesteentelagen en hun volgorde te tonen. In architectuur en machinebouw geven doorsneden de interne details weer, zoals montages, aansluitingen en interne kanalen. Digitale modellen maken virtuele doorsnedes door slices te genereren, wat analyse en visualisatie vergemakkelijkt.

Een doorsnede wordt vaak aangeduid met de snijdingsvlaknaam, zoals dwars- of lengtedoorsnede, en soms met de snijlijnnormering in tekeningen. Het concept blijft fundamenteel voor het begrijpen van de interne opbouw van complexe objecten.