Beveiligingsinterlocks

Beveiligingsinterlocks zijn interlock-apparaten die de toegang tot gevaarlijke delen van machines of installaties regelen en ervoor zorgen dat de machine niet kan starten of blijven draaien wanneer een beveiligde deur of klep geopend is. Ze bestaan uit een vergrendelingsmechanisme en een sensormodule die de stand van de deur registreert en in de besturingskring een veilige toestand afdwingt bij openen of sluiten.

Toepassingen omvatten beveiligde omheiningen bij industriële machines, drukpersen, robotsystemen en transportlijnen. Het doel is onbedoelde start of aanvaring te voorkomen tijdens onderhoud, reiniging en inspectie, en zo de veiligheidsafstand te waarborgen.

Beveiligingsinterlocks kunnen onderverdeeld worden in verschillende typen: mechanische interlocks die een deur vergrendelen bij sluiten, magneetinterlocks die zonder mechanische contact vergrendelen, en elektronische interlocks die in combinatie met veiligheidsrelais of een veiligheids-PLC functioneren. Sommige interlocks zijn latching (vergrendelen bij sluiten en pas ontgrendeld na een specifieke handeling); andere zijn non-latching en stoppen de machine zodra de deur geopend wordt. Moderne systemen beschikken vaak over redundante contacten en ingebouwde diagnostiek.

Normen en regelgeving: in Europa vallen beveiligingsinterlocks onder de Machinerichtlijn en de normen EN ISO 14119, EN 62061 en ISO 13849-1. De veiligheidseisen worden doorgaans uitgedrukt in Performance Level (PL) of SIL, afhankelijk van het aanwezige risico.

Ontwerp, installatie en onderhoud: bij selectie wordt een risicoanalyse uitgevoerd; het interlock-systeem moet fail-safe zijn, met redundantie en diagnostiek. Regelmatige functionele tests en onderhoud zijn vereist. De installatie gebeurt op toegangsdeuren of kleppen zodat openen onmiddellijk leidt tot stoppen en veiligheidsgedrag afdwingt. Beveiligingsinterlocks dragen bij aan voldoen aan regelgeving en verhogen de algehele werknemerveiligheid.