Bandenspanningsbewakingssysteem

Bandenspanningsbewakingssysteem, often afgekort als TPMS, is een voertuigsysteem dat de spanning in de autobanden bewaakt en bij onder- of overdruk waarschuwt. Het doel is de veiligheid te verhogen, de bandenscheurpreventie te verbeteren en brandstofefficiëntie en bandenlevensduur te bevorderen.

Er bestaan twee hoofdsoorten TPMS. Direct TPMS gebruikt sensoren in elke band die de absolute bandenspanning meten en via een radiofrequentie naar een centrale module sturen. Indirect TPMS werkt daarentegen met de bestaande ABS- en wiel-snelheidsensoren en schat de bandenspanning af op basis van veranderingen in bandomtrek en rijgedrag, zonder sensoren in de band.

Bediening en waarschuwingen: bij onderdruk (meestal aanzienlijk lager dan de aanbevolen waarde, vaak 20–25% onder de norm) verschijnt een waarschuwingslampje op het dashboardscherm. Bij indirect TPMS gebeurt dit op basis van afwijkingen in de randheel-rotatiedata. De systemen adviseren meestal zo snel mogelijk de juiste bandenspanning te controleren en de banden op te vullen tot de aanbevolen druk, of de band te controleren op lekkage of beschadiging.

Onderhoud en onderhoudsgemak: Direct TPMS-sensoren hebben een batterij die doorgaans 5–10 jaar meegaat; bij sensorfalen is vervanging of onderhoud noodzakelijk. Na bandenwissel, bandenspanningsaanpassing of remodellen kan een leerproces (relearn) nodig zijn zodat het systeem correct herkent welke band waar zit.

Regelgeving en toepassing: TPMS is in veel moderne voertuigen standaard aanwezig en is opgenomen als veiligheidsvereiste in diverse regio’s. Het systeem werkt samen met andere voertuigsystemen om de algehele rijveiligheid te verbeteren. Hoewel TPMS nuttig is, kan het beperkt zijn bij langzaam lekken of bij afwijkende bandmaten of -types, vooral bij indirecte systemen.