Afdrukproces

Afdrukproces is het geheel van activiteiten dat nodig is om afbeeldingen en tekst op een drager, zoals papier, karton of kunststof, over te brengen. Het omvat meestal drie fasen: prepress, drukken en afwerken. In de prepressfase worden bestanden voorbereid met beeldbewerking, kleurbeheer en trapping, zodat reproductie in kleur en detail correct gebeurt. Voor offsetdruk wordt vervolgens een drukplaat gemaakt; bij digitaal drukwerk gebeurt dit proces in digitale printers zonder drukplaat.

Er bestaan diverse druktechnieken, elk met specifieke toepassingen. Offsetdruk is de gangbare methode voor grote oplagen en levert consistente kwaliteit op papier van hoog niveau. Digitaal drukken is geschikt voor korte runs en gepersonaliseerde afdrukken. Gravuredruk (gravure) gebruikt ingesneden cellen en levert hoge scherpte en duurzaamheid. Flexografie drukt op flexibele substraten zoals verpakkingen en folie. Zeefdruk werkt via een sjabloon en kan op vrijwel elk materiaal worden toegepast. Deze technieken kennen elk hun eigen kostenstructuur, snelheid en kwaliteitseigenschappen.

Naast technieken spelen substraten en inkten een grote rol. Papier en karton blijven veelgebruikte dragers, maar ook kunststof, textiel en metaal komen voor. Inktsoorten variëren van olie- en watergedragen inkten tot UV-geharde inkten; de keuze hangt af van de techniek, het substraat en de gewenste duurzaamheid.

Na het drukken volgt afwerking: knippen, vouwen, lamineren, binden, foliedruk en soms embossing of coating. Kwaliteitscontrole en kleurbeheer, met densitometrie en ICC-profielen, zorgen voor reproduceerbare resultaten.

Duurzaamheid en innovatie spelen een toenemend belangrijke rol, met milieuvriendelijke inkten, recycling van materialen en betere koppelingen tussen prepress en drukwerk.