Home

zwemmend

Zwemmend is de tegenwoordige deelwoord van het Nederlandse werkwoord zwemmen. Het functioneert als participium en kan zowel als bijvoeglijk naamwoord als als deelwoord in zinsdelen voorkomen. In attributieve positie komt meestal de vorm zwemmende voor, bijvoorbeeld: de zwemmende kinderen gleden door het water, een zwemmende vis. In adverbiale of beschrijvende zinsdelen kan het ook gebruikt worden als zwemmend in het water, zwemmend langs de oever, waarmee een alinea of zin een gebeurtenis beschrijft die tegelijkertijd plaatsvindt met een andere handeling.

Predicatieve gebruiksvormen zijn mogelijk maar vrij zeldzaam; doorgaans wordt gekozen voor constructies als hij is aan

Etymologie en vormgeving: zwemmend/zwemmende zijn afgeleid van zwemmen, met de gebruikelijke Nederlandse participiumvorming met -end. De

Zie ook: zwemmen, zwemmer (iemand die zwemt), zwemtocht, en gerundium/participle in het Nederlands. Zwemmend wordt vaak

het
zwemmen
of
hij
zwemt.
Het
participium
kan
daardoor
een
actieve,
voortdurende
handeling
aanduiden
in
combinatie
met
andere
zinsdelen.
vorm
zwemmende
is
vooral
gangbaar
in
attributieve
positie
vóór
een
zelfstandig
naamwoord.
De
kortere
vorm
zwemmend
wordt
tevens
in
sommige
zinswendingen
gebruikt
als
deelwoord,
bijvoorbeeld
in
samengestelde
participiale
zinsdelen.
gebruikt
in
literaire
of
beschrijvende
teksten
om
een
beeld
te
geven
van
een
handeling
die
gelijktijdig
plaatsvindt
met
een
andere
activiteit,
terwijl
eenvoudigweg
zwemt
of
is
aan
het
zwemmen
in
de
dagelijkse
spraak
gebruikelijker
blijft.