werkwoordtijd
Werkwoordtijd is de grammaticale categorie die aangeeft wanneer een handeling of toestand zich afspeelt ten opzichte van het moment van spreken. In het Nederlands worden vier hoofdwerkwoordtijden onderscheiden: de tegenwoordige tijd, de verleden tijd en de voltooid tegenwoordige tijd en voltooid verleden tijd. Daarnaast wordt de toekomende tijd vaak uitgedrukt met modale werkwoordconstructies of met zullen en gaan.
De onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) geeft wat er nu gebeurt, wat algemeen geldt of wat gewoonlijk gebeurt.
De onvoltooid verleden tijd (OVT) beschrijft handelingen die in het verleden hebben plaatsgevonden. Voorbeelden: ik werkte
De voltooid tegenwoordige tijd (VTT) drukt uit dat een handeling is voltooid ten opzichte van het heden.
De voltooid verleden tijd (VVT) geeft aan dat een handeling vóór een bepaald moment in het verleden