Home

weefselhypoxie

Weefselhypoxie is een toestand waarbij weefsels onvoldoende zuurstof ontvangen of kunnen gebruiken, ondanks aanwezigheid van zuurstof in het bloed. Het ontstaat door een mismatch tussen zuurstoftoevoer en zuurstofverbruik of door storingen in cellulaire benutting van O2. Zuurstoftoevoer (DO2) hangt af van cardiale output, hemoglobineconcentratie en zuurstofbindingscapaciteit; dalingen hiervan door hypoxemie, anemie of dalende perfusie verminderen DO2. Wanneer weefsel geen O2 kan opnemen, verschuift metabolisme naar anaerobe glycolyse, wat leidt tot ATP-tekort, lactaataccumulatie en metabole zuurgraad. Langdurige hypoxie kan cellulaire schade veroorzaken.

Oorzaken zijn onder meer acute ischemie (bijv. bloedstolsels), chronische longziekten met lage arteriële zuurstofdruk, hoogte-adaptatie, koolmonoxide-vergiftiging

Diagnostiek omvat zuurstofverzadiging en zuurstofdruk in bloed (ABG), lactaatniveaus, en beoordeling van perfusie. In speciale instellingen

en
methemoglobinemie,
evenals
ernstige
bloedarmoede
of
shock
met
verminderde
perfusie.
Kwetsbare
organen
zijn
hersenen,
hart
en
nieren.
Klinische
tekenen
variëren
per
weefsel
en
oorzaak
en
kunnen
prikkeling
van
ademhaling,
tachycardie,
verwardheid
of
verlaagde
urine-output
omvatten.
kunnen
weefseloksymetrie
en
imaging-perfusie
helpen.
Behandeling
richt
zich
op
het
verbeteren
van
zuurstoftoevoer
en
weefseldoorbloeding,
corrigeren
van
oorzaken
(supplementaire
zuurstof,
beademing,
vloeistoffen,
vasopressoren,
transfusie
bij
anemie,
behandeling
van
CO-
of
methemoglobinemie).