Home

waterhoogte

Waterhoogte is de verticale afstand tussen het wateroppervlak en een vast referentieniveau. Het referentieniveau kan een datum zoals NAP (Normaal Amsterdams Peil) zijn of zeeniveau, afhankelijk van de context. In veel bronnen wordt waterhoogte gelijkgesteld aan waterstand, maar sommige toepassingen onderscheiden beide termen door te melden welk referentieniveau wordt gebruikt. Het begrip is essentieel in hydrologie, waterbeheer en maritieme processen.

Metingen van waterhoogte gebeuren met peilinstallaties die verschillende technieken gebruiken, zoals vlotmeters, druktransducers, radar- of ultrasone

Toepassingen van waterhoogte zijn onder meer flood risk management, rivier- en kustbescherming, dam- en poldambeheer, irrigatieplanning

In internationale en nationale rapportages wordt waterhoogte vaak gerapporteerd als een hoogte boven een referentiepunt. Voor

---

sensoren.
De
meetgegevens
worden
verzameld
in
hydrometrische
netwerken
en
beschikbaar
gesteld
aan
weer-
en
waterbeheerders.
De
nauwkeurigheid
en
de
kalibratie
van
de
sensoren
hangen
af
van
de
gebruikte
technologie
en
de
datum
waartegen
de
meting
is
gerapporteerd.
en
navigatie
voor
scheepvaart.
Door
de
combinatie
van
afstroming
door
regen,
smeltwater,
getijden
en
wind
kan
de
waterhoogte
sterk
variëren
op
korte
en
lange
termijn.
Seizoensinvloeden,
langdurige
neerslagpatronen
en
klimaatverandering
kunnen
de
normale
patronen
veranderen,
wat
weer
effect
heeft
op
dijkveiligheid,
drainage
en
waterkwaliteit.
Nederland
is
NAP
een
veelgebruikt
referentiepunt;
in
kustgebieden
kan
ook
het
zeeniveau
als
datum
dienen.